Toen de Titanic zonk behoorden de meeste gereddenen tot de eersteklaspassagiers. De toegang naar de bovenste dekken waar de sloepen zich bevonden, werd afgesloten, opdat de elite hun plek niet versperd zou vinden door het gewone plebs. Het gevolg was dat het vooral de minst draagkrachtige mensen waren die in de ijskoude zee verdronken.
In deze dagen zijn het in Nederland de ouderen, gehandicapten, psychiatrische patiënten, asielzoekers, alleenstaande ouders, kunstenaars, die doelbewust in het koude water gegooid worden, terwijl de rechtse elite hun vingers zit af te likken in hun sloepen. Genietend van de hypotheekrenteaftrek voor welvarende huizenbezitters, de belastingvoordelen voor grote bedrijven, de bonussen voor de bankhaaien die na de crisis gewoon door mogen gaan met graaien.
Kapitein Rutte heeft een staatskereltje in dienst genomen die er zich op laat voorstaan geen verstand te hebben van het veld waarover hij beslissingen moet nemen. ‘Ich habe es nicht gewusst’ is een zinnetje dat hem vast nog vaak van pas gaat komen. In het Volkskrantinterview met hem afgelopen zaterdag, heeft hij eindelijk zijn visie op kunst geopenbaard.’ Van kunst moet je blij worden en energie krijgen,’ heeft hij uitgeroepen. Tja, dan kun je inderdaad de hele subsidie overboord keilen. Dat wordt ik ook van een goede cappuccino.
Een paar instellingen worden gespaard. Topinstituten, jawel, die ervoor gezorgd hebben dat ze beschermd worden door bestuursleden met connecties in de stuurhut van het schip, dat in volle vaart afkoerst op een allesvernietigende ijsberg. Solidariteit, ik ben bang dat ook dat een begrip is, dat als linkse hobby in de ijskoude zee verzopen is. Ik heb in de reacties van het Nederlands Danstheater, het Nationaal Ballet, Het Rijksmuseum, Toneelgroep Amsterdam in elk geval geen woord vernomen waaruit blijkt dat zij geschokt zijn over het feit dat hun puntje van de piramide dan wel gespaard blijft, maar die enorme humuslaag waarop hun toplaag rust, compleet wordt weggevaagd. De meesten zijn blij met de ‘scherpe keuze’ die het staatskereltje gemaakt heeft.
Misschien is dat de eerste reactie; opluchting, omdat ze nog net aan boord zijn getrokken. Ik hoop dat ze, eenmaal warm geworden, zich realiseren dat zij, dankzij hun Mabel, Bea, Bolkestein of Zalm wel een plekje gekregen hebben, maar dat een toplaag alleen maar kan bestaan bij de gratie van een brede en diverse onderlaag. Wat er gebeurt als je beginnelingen aan de top zet, dat kun je op dit moment zien bij het staatskereltje van cultuur. Laat dat een waarschuwing zijn.