Amsterdam, wat ben je ongeduldig!
Dat viel me op na terugkeer van een weekend Berlijn. Met een verlengde Volkswagenbus verhuisden we de spullen van zoonlief terug naar Mokum. Anderhalf jaar heeft hij genoten van de relaxte sfeer in de Duitse hoofdstad. Als afsluiting van zijn verblijf waren we daar, brachten de oude, op straat gevonden huisraad naar het recyclingpunt, schrobden de keuken en de badkamer, verfden de schimmel op de muren weg en droegen het huis ‘ganz pünktlich’ over aan de rechtmatig verhuurder.
Wat opviel tijdens het veelvuldige gemanoeuvreer met de verlengde bus in Berlijn was het vriendelijke geduld van de mede-automobilisten wanneer ze hun weg versperd vonden omdat het even tijd kostte de bus goed geparkeerd te krijgen. Geen toeter of gescheld gehoord, gedurende die vier hele dagen. Wel opgestoken handen als teken van groet of een glimlach.
Na zeven en een half uur terugrijden leverde ik de eerste passagier af in Sloten. Klein straatje, geen parkeermogelijkheid. We stappen uit, ik doe de achterdeur van het slot om de bagage eruit te halen en voordat de deur open is komt een auto met gierende remmen tot stilstand, ongeveer tegen mijn kuiten aan, en begint te toeteren. Een tweede vehikel sluit zich daar achteraan en voegt zich bij het toeterkoor. We staan niet langer dan een minuut in de straat.
Volgende stop, Agatha Dekenstraat, hetzelfde verhaal. Nog geen half uur terug in mijn geliefde woonplaats, en ik ben in volle hevigheid uitgetoeterd, toegescholden, heb middelvingers naar mij opgeheven gekregen, en dit alles omdat de ander me even op zijn weg vond en dat blijkbaar onverdragelijk was.
Ik zou iedereen die zich jachtend en intolerant jegens zijn of haar medemens door onze hoofdstad perst, willen adviseren zich een weekend te laven aan de vriendelijkheid van de bewoners van Berlijn. Ik hoop dat deze gejaagden zich dan realiseren, dat ieder van ons de mogelijkheid in zich heeft, een prettigere sfeer in onze eigen straat, in onze eigen stad, in ons eigen land te scheppen.
Als we onze samenleving niet zelf menselijk maken, doet niemand het.