Toen de endorfine werd uitgedeeld heb ik even niet opgelet en dus heb ik te weinig van dat vrolijk-stemmende goedje in mijn lichaam. Daardoor ben ik geneigd tot sombere bespiegelingen en inactiviteit. Gelukkig bestaat er een goede remedie tegen dit gebrek en dat is beweging. Vijf van de zeven dagen in de week beginnen voor mij met meer dan gemiddelde activiteit. Ik trap me regelmatig het leplazerus in de spinningles op de sportschool, doe daar aan power-yoga, zwem mezelf buiten adem in het vijftigmeterbuitenbad, of ik doe vroeg in de ochtend een rondje Waterland. En hoewel alle activiteiten een groot gevoel van tevredenheid tot gevolg hebben, is het rondje Waterland de gelukzaligste. Want daar wordt de endorfine-aanmaak begeleid door een feest van sensaties, die een mens werkelijk verzoenen met het bestaan op aarde.
Het begint met de begroeting van de onvermijdelijke aalscholver, die op het paaltje in het Buiten-IJ zijn vleugels spreidt als ik de Schelllingwouderbrug overrijdt. Natuurlijk doet die dat omdat hij op zijn beurt behept is met een klein handicap, en dit de enige manier is waarop zijn vleugels drogen. Maar ik beschouw het als een begroeting met open armen: “Ha Goldschmidt, fijn dat je er weer bent!’ en dat ben ik met hem eens. Bij Durgerdam de dijk op, waar het IJselmeer schittert in de zon, of de wolken weerspiegeld worden in het water, de wind me tegenmoet of in de rug blaast en het riet ruist. Langs het vogeleiland, de broedplaats van talloze watervogels. Het is de enige plek die ik ken, waar het geluid van duizenden kwakende, kwetterende, schreeuwende, krijsende vogels ieder ander geluid overtreft. Zuivere gelukzalig-makende muziek. De grutto’s, de kluten, de wulpen zijn al weer vertrokken, lijkt het. Maar soms zweeft de buizerd over het veld, de kievieten schreeuwen boven het weiland, de scholeksters wroeten met hun oranje snavels in de grond en dit jaar wonen er twee lepelaars, die dikwijls onverstoorbaar met hun brede snavels door het slootwater schoffelen.
Zo ’s morgens vroeg is het nog stil op de dijk, een enkele sportieve naaktzwemmer, altijd oude mannen, daargelaten. Na de dijk naar Marken terug door het groene polderland, waar de enige zorg weerspiegeld wordt in een lekkend dijkje, dat dat al twee jaar doet en een steeds grotere natte plas op de weg veroorzaakt. Een tsunami van water bedreigt het lage land!
Het eerste deel van de tocht doe ik in matig tempo, en wordt regelmatig onderbroken door het vogels spotten. Eenmaal tussen de weilanden, is het tijd voor het trekken van sprintjes. Wanneer ik tenslotte bij de pont van de Meeuwenlaan arriveer en daar zo’n fantastische cappuccino drink die gebrouwen wordt door de Italiaanse mevrouw uit het kleine versnaperingshuisje, lacht het leven me weer tegemoet.
Zeshonderd calorieën lichter en vol endorfine. De dag kan beginnen!
Henk van Faassen
Dag Saskia
Voor je alle vogelvolgers over je heen krijgt moet ik je waarschuwen.
Ik las je endorfine verhaal en daarin over je ontmoeting met een aalscholver.
Op de bijgevoegde foto heeft die zich verkleed als reiger!
Nu lijkt het zo te zijn dat ik een expert op het gebied van watervogelen ben, maar niets is minder waar.
Wel heb ik toevallig een aalscholver op mijn boekenkast staan. Die is opgezet en stoffig.
In mijn boekenkast staat een gedichtenbundel van Remco Ekkers ‘Praten met een reiger’
Het titelgedicht gaat zo:
Met die reiger aan de waterkant
zou ik wel een praatje willen maken
naast hem hurken en vragen:
‘Nog wat kikkers gevangen?’
Samen kijken over het water en
als hij een beetje vertrouwd raakt
wil ik met mijn hand zachtjes
glijden langs zijn hals.
Hem eens lekker pakken
in zijn verenjas en later
de spitse snavel gevaarlijk
laten rusten tegen mijn wang.
Zou dit mij toch niet een beetje deskundig maken?
En denk erom: Endorfine rijmt op Morfine.
Groeten van Henk