Ze liep met snelle passen langs. De kleine peuter die haar rechterhand vasthield, kon haar ternauwernood bijhouden. In haar linkerhand hield ze een paar doosjes medicijnen, terwijl ze tegelijkertijd trachtte met dezelfde hand een sjaal voor haar gezicht te houden. Toen ik haar passeerde, schoof de stof een beetje naar beneden en werd het stukje pleister op de neus zichtbaar. Een neuscorrectie dus, die gepaard leek te gaan met veel gêne.
Mijn gedachten gingen terug naar Teheran, 2003-2006. Ik kwam daar in die tijd een aantal keren in opdracht van het nu in haar voortbestaan bedreigde Tropenmuseum. We werkten aan een uitwisselingsproject tussen kinderen hier en daar. Een van de dingen die opvielen in het straatbeeld van Teheran was het grote aantal bepleisterde neuzen. Het leek wel of een op de tien vrouwen zojuist een neuscorrectie had ondergaan. Navraag leerde dat de neuscorrecties in het land een enorme vlucht hadden genomen, sinds het regime de alles verhullende kledij voor vrouwen verordonneerd had. Als alleen het gezicht getoond mag worden, dan moet dat enige stukje persoonlijkheid wel zo perfect mogelijk zijn. Maar niet alle dames die een neuscorrectie verlangden, hadden daarvoor de financiële middelen. En dus was het grote mode om, als je geen geld had om je neus tot meest ideale lichaamsdeel te laten boetseren, dan als pleister op de wonde in godsnaam maar een pleister op je neus te plakken. Om je dan naar buiten te spoeden. De verbonden neus in de lucht, opdat voorbijgangers zouden denken, dat je een van de draagkrachtigen was, die zichzelf van een nieuwe neus kon voorzien.
Het dient geen enkel economisch belang om te weten dat men in de straten van Teheran vanuit een ander perspectief aankijkt tegen een neuscorrectie dan op de Amsterdamse Overtoom. Toch is het dichtbij halen van een andere wereld, het buiten je eigen context kunnen kijken, het verbreden van je horizon, een essentieel vermogen voor ieder mens. Het maakt dat je jezelf wat kunt relativeren. Dat je leert zien, dat er meerdere opties zijn om tegen de wereld en het leven aan te kijken. Dat vermogen in mensen naar boven halen, is de kracht van het Tropenmuseum. Niet-westerse culturen belichten, inzoomen op de verschillen en helder maken, hoeveel er is dat ons, mensen van over de hele wereld, bindt.
In Teheran loopt een vrouw, gehuld in een wijd gewaad dat haar ranke figuur verbergt, met een hoofddoek over Ferdosistreet, ze steekt haar bepleisterde neus trots in de lucht. In Amsterdam wordt het herfst, de bomen verliezen hun bladeren, de duisternis valt al vroeger in. Ik zie een jonge moeder zich beschaamd over de Overtoom haasten. En hoop, dat Ben Knaapen bij zinnen komt, voordat een imposant en belangwekkend museum, dat de belichaming is van onze geschiedenis, geamputeerd wordt als een neus waarop geen correctie wordt uitgevoerd, maar die uit het gezicht wordt weggesneden. En een weggesneden neus, dat weet iedereen, krijg je nooit meer terug.