Ik was, op uitnodiging van het Nederlands Letterenfonds, drie dagen te gast in Leipzig, een stad in de ban van boeken. Balsem op de schrijversziel, zoveel mensen in beweging, als vliegen op de stroop, voor boeken en voor strips!
De Messe blijkt een meer dan vijfhonderd jaar oude traditie en heeft altijd veel volk op de been gebracht. Het is ook vandaag nog een uitje voor hele gezinnen en voor veel jongeren een gelegenheid om eens diep in de verkleedkist te duiken. Het beursgebouw is vergeven van Manga- en Lolitameisjes en andere stripfiguren. Eigenlijk jammer dat niet ook de helden uit de literatuur het publiek inspireren tot verkleedpartijen. Het zou leuk zijn om daar in het beursgebouw, of gewoon in de stad, ergens bij die talloze zaaltjes en cafés waar in drie dagen tijd meer dan drieduizend presentaties gegeven worden, Joseph K. tegen te komen, of Madame Bovary, Mr. Kurz of Anna Karenina.
De middag voor wij, Arjan Visser, Jan Brokken en ik gepresenteerd werden als: ‘Neues aus den Niederlanden’, wat voor deze vijftigplussers toch als vlijend mag worden beschouwd, luisterde ik in de Thomaskirche, gezeten aan het graf van J.S.Bach, naar het jongenskoor dat met loepzuivere, heldere, ontroerende stemmen Sehet, wir gehn hinauf gen Jerusalem ten gehore bracht, net zoals hun leeftijdsgenoten, onder leiding van de grote meester, dat 290 jaar geleden ook zongen. Sommige tradities moeten gekoesterd worden. En dat kunnen ze, daar in Leipzig!