Ik ben niet zo goed in oud en nieuw.
De gelijkenis met mijn kat neemt in de laatste dagen van het jaar onrustbarende vormen aan. Het liefst kroop ik samen met hem weg in het verste uithoekje van de bank om daar te blijven, ik dan het liefst met een flesje witte wijn, tot het geknal voorbij is. Vuurwerk maakt van mij een brok paniek. Zodra ik aan de overkant van de straat een jochie met een rotje ontwaar, breekt het zweet me uit, krijg ik hartkloppingen en ben ik ervan overtuigd dat mijn laatste moment is aangebroken. Het was een mooi leven, jammer dat ik dat tweede boek niet heb kunnen afschrijven, dit was het dan. Verbijsterend hoe vaak ik deze dagen aan een wisse dood ontsnap.
Hoe ik, verder toch een redelijk nuchter wezen, zo’n haasvreter geworden ben weet ik niet. Ik heb wel vermoedens: mijn moeder stak, volop zwanger van mij, op een dag de oven aan. Deze actie had een gigantische gasexplosie tot gevolg, die de drachtige keukenprinses achterover liet tuimelen, een zwart beroete keuken en een kapot fornuis tot gevolg had en moeder en kind geheel in tact liet. Het stresshormoon dat mijn draagster ongetwijfeld de placenta heeft ingestuurd, doet de foetus in mij nog altijd in paniek schieten bij geknal. En daarbij zal de combinatie van een levendige fantasie, gekoppeld aan een tamelijk zwart wereldbeeld dat me is bijgebracht vanaf het moment dat ik van foetus veranderde in baby, niet erg behulpzaam zijn. Ik heb geen afschrikwekkende reclamespotjes nodig. Iedere knal is voor mij een doof oor, een weggeschoten oog, of een stel bebloede vingers bungelend aan een laatste stengeltje pezen.
Zware dagen dus, deze laatste drie van het jaar. Ik hoop altijd op veel regen, dit jaar tevergeefs, begrijp ik van het KNMI. Na mijn spinningklasje op zaterdagmorgen gaat het kattenluikje op slot en blijf ik bij de kat zitten, totdat mijn lieve gezin en vrienden zich in de avond door het geknal naar ons huis begeven en zij zich dus aan al die gevaren blootstellen. Voor mij is oud en nieuw pas een feest, als iedereen na het geknal, in het bezit van oren, ogen, vingers veilig is teruggekeerd.
Ik wens iedereen een geïnspireerd nieuwjaar toe met veel liefde en compassie. Een jaar waarin solidariteit met mensen die minder geluk hebben dan wij, weer gemeengoed mag worden. Een jaar, waarin de meerderheid in ons land zich weer gaat herinneren hoe goed we het hier hebben en wat een geluksvogels we zijn. Immers, een land waarin zoveel geld de lucht wordt ingeschoten heeft geen reden tot klagen. Behalve over vuurwerk dan.