Culturele evenementen lijken het perfecte slaapmiddel voor mannen.
Vorige week bezocht ik een inleiding, voorafgaande aan een opera in de Stadschouwburg van Amsterdam. De dame die de inleiding verzorgde was enthousiast, energiek en gaf een gloedvolle en informatieve presentatie. Toch duurde het nog geen tien minuten voordat het merendeel van de aanwezige mannen in diepe slaap verzonken was. De inleidster liet zich er overigens niet door van de wijs brengen, en bleef met eenzelfde gedrevenheid haar inspirerende verhaal over het voetlicht brengen. De meeste vrouwen leken zich niet te storen aan hun slapende echtgenoten. Iets wat ik dan weer niet herken.
Ik heb ook een lief houdt die geregeld de ogen sluit op het moment dat hij aanwezig is bij een cultureel evenement. Dat is de belangrijkste reden dat ik hem een tijdlang verboden heb samen met mij premières van bevriende regisseurs te bezoeken. Zijn slaapzucht zegt niets over de kwaliteit van het gebodene, behalve dat het wellicht weinig appel doet op de testosteron. Want bij een voetbalwedstrijd zie ik nooit een vent slapen, terwijl de wedstrijden toch vaak weinig opwindende aangelegenheden zijn.
Omdat ik tegenwoordig het land doortrek met een theatrale voorlezing van mijn boek, ben ik enigszins bezorgd over dit fenomeen. Het is toch weinig enthousiasmerend om je verhaal te doen voor een zaal slapende kerels. Dat het nog niet zover gekomen is, ligt misschien aan het feit dat het vooral vrouwen zijn, die een boekpresentatie bezoeken. Boeken worden trouwens ook vooral door vrouwen gelezen, zegt men. Gister speelde in in de bibliotheek van Den Helder, voor vijfendertig vrouwen en twee mannen. De ene man was de partner van de organisatrice, die zich in de pauze snel moest vergewissen van de stand van Ajax-NAC. De andere man zag ik inderdaad na niet te lange tijd de ogen sluiten.
Gelukkig maak ik in mijn presentatie gebruik van een drumbekken, waarop ik aangeef wanneer de ene scène is afgelopen en de volgende begint. Een probaat middel, dat de potentiële slaper doet wakker schrikken, voordat hij een diepe REMslaap bereikt. Toen de regisseur en ik dit hulpmiddel introduceerde, had ik niet aan dit gunstige bijeffect, maar het is mooi meegenomen. Na de derde scène schrok de man op uit zijn tukje en keek vervolgens met open ogen en veel interesse naar de rest van de voorstelling.
Toch overweeg ik een toevoeging aan mijn inleiding. Ik ben benieuwd wat er gebeurt als ik aan het eind daarvan zeg dat mannen die de neiging voelen in slaap te vallen, zich daar gerust aan mogen overgeven. Ik denk namelijk dat het taboe op slapen, een tukje doen tijdens de presentatie extra onweerstaanbaar maakt.
En bovendien is daar mijn geheime wapen: het bekken. Aan de REMslaap zullen ze bij mij niet toekomen!