8.09 uur: Het land lijkt vandaag ferm en vastbesloten boerenland, functioneel, geen poespas, de rechte tarwevelden kruisen strak met de aardappelvelden, donkergroen op lichtgroen, de bronzen graankleur in de aren staat al bijna op doorbreken. Dit is een land zonder frivoliteiten, waarop het uitbundig en ongepland leven zorgvuldig uitgebannen is door sproeïinstallaties die als monsters met reusachtige tentakels hun weg door het land banen, hier wordt geproduceerd, in doffe stilte, hier dijen knollen ondergronds langzaam uit, de lila bloesem als herauten van hun bestaan, hier reiken volle aren stilletjes naar de hemel, hier houdt het land de adem in. Hier wordt de onbeweeglijkheid alleen maar af en toe verstoord door een zwaluw die wild en vrij de lucht doorsnijdt, een eend die met kromme rug en gebogen vleugels de plas induikt, hier is het wachten op de bruine kiekendief, die ik verborgen weet in het riet en die een nest jongen groot brengt, niet omdat daarachter een winstmodel zit, maar omdat de kiekendief er nu eenmaal is en omdat kiekendieven dat doen, in deze tijd van het jaar.