De vrouw zonder wie ik nooit bestaan had is zaterdag gestorven.
Zij die mijn vader in de oorlog het leven redde, heb ik nooit gezien, maar speelde desondanks een belangrijke rol in mijn jeugd. Haar ‘Dagboek uit BergenBelsen’, in 1965 bij Querido uitgekomen, was bij ons thuis de maat der dingen. Ze was de eerste vrouw van mijn vader en heette Renate Laqueur.
Ze was voor mij een heldin, zonder wie mijn vader niet had overleefd en zonder wie ik dus niet had bestaan.
In 1950 verliet ze mijn vader voor wat ze ‘de liefde van haar leven’ noemde. Ze volgde haar ‘Father figure lover’ naar de Verenigde Staten, en betrok met hem een appartement in Manhattan, waar ze tot op de dag van haar dood gewoond heeft. Ze werkte als secretaresse in een kankerinstituut, studeerde American English Literature en schreef een proefschrift over kampdagboeken. Ze overleefde kanker en een ernstige beschadiging aan haar ruggenwervels, kwam vaak naar Europa en vertelde op Duitse scholen over haar ervaringen in de oorlog.
Toen ik aan mijn boek werkte zocht ik contact met haar; er ontstond een uitgebreide email-correspondentie. Soms belde ik haar. Als negentigjarige zat ze regelmatig drie uur te zwoegen op een mailtje, omdat haar lichaam niet mee wilde werken. ‘You have no idea how clumsy I’m with that damm computer, also my fingers do not obey instructions’ mailde ze me eens. Maar email was haar venster op de buitenwereld en doorzettingsvermogen en wilskracht heeft ze haar hele leven gehad. ‘My aunt’ zei een neefje ooit over haar, ‘is the thoughest guy on the block.’
Toen ze de eerste versie van mijn manuscript las, mailde ze me per ommegaande: ‘ It is an amazing peace of both history and literature. This should be published in English. You need to find a billangual translator, it is a pity I am in such a lousy shape.’ Anders was ze er direct aan begonnen.
Haar grote angst was dat ze op een dag haar appartement zou moeten verlaten en in een bejaardenhuis zou worden gestopt. Ze was van mening dat je niemand die een kamp heeft overleefd dat mag aandoen. Gelukkig is het haar bespaard gebleven.
Zaterdag stierf ze, tweeënnegentig jaar oud. Nog geen twee maanden na Louis Tas, aan wie ik soms haar groeten moest overbrengen. Toen ik haar belde om te vertellen dat hij overleden was, reageerde ze precies zo als acht maanden daarvoor, toen ik haar vertelde dat mijn vader gestorven was. ‘Thanks God,’ zei ze beide keren, ‘no more suffering. It was about time’.
De kans is groot dat haar reactie op haar eigen dood ook zo geweest zou zijn.
Renate Laqueur, Louis Tas en mijn vader. De laatste getuigen die als volwassenen uit BergenBelsen waren teruggekeerd.
In tien maanden tijd zijn ze alle drie gestorven. Een einde aan het gevecht dat leven heet.
Mariska ten Den
Ik heb zojuist haar dagboek voor het eerst uitgelezen. Wat een ingrijpend verhaal en wat fijn om te lezen dat ze zo’n fijn leven na de oorlog heeft opgebouwd en zo waardig oud is geworden. Ik heb veel boeken van kampoverlevenden gelezen, maar wat haar boek zo uniek maakt is dat het een dagboek is. Het is niet naderhand geschreven (behalve het laatste gedeelte dan) maar op het echte moment, en dat voel en ervaar je als lezer. Daardoor komt haar verhaal nog harder binnen. Heel bijzonder… Vriendelijke groet, Mariska
G. Slendebroek
Beste mevrouw Goldschmidt,
Allereerst gecondoleerd met uw vader, uw familievriend Louis Tas en uw grote heldin Renate Lacqueur.
Jaren geleden heb ik het dagboek van mevrouw Lacquer gelezen. Niet 1 keer, maar wel meerdere keren. Het moet inderdaad een bijzondere vrouw zijn geweest. En ik heb mij altijd afgevraagd wat er met haar na Bergen Belsen is gebeurd. Het boek had voor mij dan ook een abrupt einde.
In haar boek kwam ze bij mij over als een doorzetter. Die zich niet zomaar eronder liet krijgen. En zoals zij schrijft en achteraf ook gebleken is, heeft zij uw vader (Paul, was het toch?) inderdaad door deze duistere periode heengeholpen.
Ik kan mij voor de geest halen dat ze eventueel voor het Austauschtransport naar Palestina in aanmerking zou komen. Dat ze bij het hek/prikkeldraad heen en weer zat te springen om tekijken wat ze kon doen. Volgens mij sprak ze toen ook Fraulein Slottke, die o.a. met dit transport te maken had en die haar geruststelde dat zij en haar man de volgende keer op de lijst zouden staan.
Voor mij persoonlijk, heb ik altijd gedacht dat eens over dit kamp een goede film zou moeten komen. Gebasseerd op de boeken van Renate Lacqueur, Louis Tas, Abel J. Herzberg en Clara Asscher-Pinkhof.
Maar voor nou, wens ik u nogmaals sterkte met de verliezen die u heeft geleden en vind ik het fijn dat ik eindelijk weet wat met haar is gebeurd na de oorlog.
Groeten,
Gerjo
saskiag
Geachte heer Slendebroek,
Hartelijk dank voor uw reactie. Ik vind het mooi om te lezen hoe Renates dagboek al lang geleden en dus anderen, buiten de familie, geraakt heeft en ik ben blij dat u nu weet hoe het haar in haar verdere leven gegaan is. Ook ik heb wel eens gedacht hoe het zou zijn wanneer een film over het kamp gemaakt zou worden maar ik denk niet dat het voor niets nooit gebeurd is. De kitsch ligt toch wel snel op de loer. Ik denk dat het niet mogelijk zal zijn, in beeld te vatten, wat daar gebeurd is….maar misschien vergis ik me.