Ik weet niet of er meer mensen zijn geweest, in die vijftien jaar van DWDD, die wel aan het begin van het programma zijn aangekondigd, maar niet zijn verschenen. Ik ben zo iemand. Het was 5 december 2014. Ik zat in een huis van vrienden, ergens tussen Middelburg en Vlissingen, te schrijven. Het was 16. 30 uur. De telefoon ging. Een redacteur van DWDD. Op 14 november 2014 was de Amerikaanse versie van mijn eerste roman verschenen: The Hormone Factory. Op 16 november was een van de scènes uit het boek, dat het leven van een seksverslaafde fabrieksdirecteur vanuit zijn perspectief beschrijft, genomineerd voor de Britse Bad Sex Award. Een twijfelachtige eer. Maar het feit dat ook Richard Flanagan, Michael Cunningham en Ben Okri genomineerd waren, verzachtte de pijn. Ik had er dus ook maar een humoristische tweet aan gewijd, (deze heren wonnen eerst The Man Booker Price, voordat ze een Bad Sex nominatie verwierven) en daaraan had ik de rijkelijk late uitnodiging te danken. Ik werd geacht om 19.00 uur, bij aanvang van het programma, in de studio te zijn en had honderdzeventig kilometer te overbruggen. Zonder omkleden sprong ik in de auto en gaf gas. Het was vrijdagavond, sinterklaasavond, topspits. Op de radio werd een lange file aangekondigd op de A2, Breda-Utrecht, dus besloot ik tot een alternatieve route via de Moerdijk. Maar ook daar liep ik hopeloos vast. De redacteur van DWDD bleef maar bellen en moedigde me aan vol te houden. Ik was aan het begin van het programma door Matthijs aangekondigd, de grime zou klaarstaan in de hal, het item naar het laatst verplaatst. Het moest kunnen lukken. Ik heb alles op alles gezet, maar heel Nederland stond vast. Om 20.03 reed ik het het terrein van de Westergasfabriek op.
Ik werd door de redactie hartelijk ontvangen. Matthijs zat al in de afschmink, ik kreeg een bel wijn en een lekkere maaltijd. Ze waardeerden mijn poging en ook mijn verhaal, dat ik in de nazit aan hen mocht vertellen. Er werd veel gelachen. Met een ‘we blijven je iets verschuldigd’ namen we afscheid. Een tijdje heb ik betekenis gehecht aan die belofte. Een keer heb ik hen er aan herinnert. Tevergeefs. Ik heb het sinds dien nooit meer tot een aankondiging in de DWW weten te schoppen. Maar het goeie nieuws is: ik ben ook nooit afgebeld.