Bijna vijfentwintig procent van de Nederlanders die na 1980 geboren zijn, denkt dat het aantal van zes miljoen vermoorde Joden tijdens de Holocaust zwaar overdreven is. Een kleiner deel gelooft dat de hele Holocaust ‘een mythe’ is. In de ontkenning van een genocide zit de aanzet van de volgende verborgen. Wie niet wil zien wat voor verschrikkelijks er in het verleden gebeurd is, zal blind blijven voor de kiemen waaruit de volgende massale moordpartij kan groeien. Dat is de reden dat ik als gastspreker bij Na de oorlog, Landelijk centrum voor naoorlogse gastsprekers, het verhaal van mijn vader, die Bergen-Belsen overleefde en van mijn grootvader, mijn oom, oud-tantes en oud-neef, die vermoord werden in Bergen-Belsen, Auschwitz en Sobibor, vertel in klassen op scholen in en rond Amsterdam en Groningen. Ik ben een van de veertig gastsprekers die zo proberen de onwetenheid te bestrijden. Met onze persoonlijke getuigenissen vertellen we niet alleen over het antisemitisme en het fascisme dat tot de Shoah heeft geleid, maar we praten ook met kinderen en jongeren over wat zij in hun eigen leven aan uitsluiting en discriminatie tegenkomen en/of op welke manier zij in hun eigen leven daar iets tegenover kunnen stellen. We hoeven en kunnen kinderen de gruwelijkheid van de wereld niet besparen. Wel is het onze plicht, zei Micha de Winter, hoogleraar pedagogiek in een lezing, kinderen en jongeren handelingsperspectief te bieden. De pedagogiek van de hoop, zo noemde hij het, in navolging van Lea Dasberg.
Hoe nodig het werk van Na de oorlog is, wordt duidelijk door de ervaringen van verschillende gastsprekers. Een gastspreekster kreeg na het vertellen van haar persoonlijke verhaal over haar vermoorde familieleden van een jonge leerling te horen: ‘Alle Joden moeten dood. U ook.’ De docent in de klas zei niets.
Een andere vrouw, die was uitgenodigd op een protestants-christelijke school, werd door de leerkracht na afloop van haar verhaal verzocht even ‘en profile’ te gaan staan, zodat de kinderen, volgens de leerkracht haar ’typisch Joodse profiel’ konden bekijken.
De gastlessen worden zorgvuldig voorbereid. Ze bestaan uit min of meer theatrale monologen, die geschreven zijn door schrijvers na een uitvoerig interview met de gastspreker. Daarna wordt met een coach of regisseur het verhaal in vorm gezet. Attributen, foto’s en/of filmpjes worden daarbij ingezet. Het nagesprek met de leerlingen is minstens even belangrijk is als het verhaal van de gastspreker. We bereiden ons voor om uitspraken zoals hierboven te pareren. Om in gesprek te blijven met de kinderen en volwassenen die onzinnigheden verkondigen. Gelukkig zijn antisemitische reacties niet standaard. Veel leerlingen en leerkrachten luisteren met een open houding en stellen betrokken vragen of vertellen eigen ervaringen. Maar de zojuist gepubliceerde cijfers over de onwetenheid bij jongeren geven aan dat het essentieel is om de persoonlijke getuigenissen over de Shoah en over het effect ervan op de volgende generaties te blijven vertellen. Ik ben blij dat ik daar, met de inzet van mijn persoonlijke familiegeschiedenis, een kleine bijdrage aan kan leveren.
Reageren