Een wijntje, een biertje, ook ik hield, zoals bijna iedereen in mijn omgeving, van een alcoholische versnapering op zijn tijd. Alleen was dat bijna elke avond, zo rond een uur of half zes. Ik dronk me niet klem: twee, drie glaasjes, voor en tijdens het eten, meer was het niet, tenzij er een feestje was, of een heel gezellig etentje, dan kon het oplopen tot vijf, maximaal zes. Jarenlang genoot ik met veel plezier van de Montepulciano, de Pino Grigio, de Barbera zonder ergens last van te hebben. Ik was een vrouw die goed tegen drank kon, een stoer wijf.
Maar gaandeweg veranderde dat. Steeds vaker werd ik na het drinken van meer dan twee wijntjes (verkleinwoordjes zijn een probaat middel om de pijnlijke confrontatie met de waarheid te vermijden) ’s nachts wakker met een droge mond, soms met hartkloppingen, had moeite weer in te slapen en de volgende morgen had ik een moe lijf en een duf hoofd.
Dus nam ik het besluit minder te drinken. Vaker niet te drinken. Alleen in het weekend en niet door de week. Niet als ik alleen was. Nooit meer dan twee glaasjes.
Jammer genoeg werkte dat vaak niet. Dan was ik ’s morgens vastbesloten het die avond het gewoon bij thee of spa te houden. Maar dan werd het vijf uur, half zes, zes uur en dan verdampte dat goeie voornemen als de stoom uit de ketel voor dat verrekte kopje thee. Ach, één wijntje, of, nou ja twee, waarom niet. Het is zo lekker, ik heb er zin in, het is gezellig, ik heb het verdiend, het is gewoon genieten, ik heb het al zo zwaar. Wat zijn er toch ongelooflijk veel goede redenen om er toch maar weer eentje in te schenken. Eentje, of nou ja, twee dan. Of drie.
Alleen als ik moest rijden of als ik moest optreden, dan dronk ik geen druppel en kostte me dat ook geen moeite. Dat was toch een teken dat ik niet verslaafd was. Ik had er nog altijd controle over, ik vertoonde geen risicovol gedrag, ik bracht niemand in gevaar en op mij kon men rekenen.
Toch zat het me niet lekker dat ik me soms voornam niet te drinken en dat me dat dan verdomme niet lukte. Soms wel hoor, een of twee of drie dagen, maar dan ging ik weer voor de bijl, want donderdag is toch al bijna weekend, of zo. En toch wist ik het zeker: ik was geen alcoholist, ik was toch gewoon een gezellige drinker, zoals bijna iedereen die ik ken?
Maar de onrust over mijn alcoholgebruik hield aan, en daarom bezocht ik, met een gevoel van gêne, de site van de Jellinekkliniek. En daar stond klip en klaar dat je als vrouw waarschijnlijk een alcoholverslaving hebt als je meer dan veertien glazen per week drinkt. Was ik maar een man geweest, die zijn pas verslaafd met meer dan eenentwintig glazen.
Een confronterend websitebezoekje, ook toen ik de test daar achteraan deed. Ik kon er niet langer omheen, ik wilde niet langer de kop in het zand te steken, ik moest het beest in de vertroebelde ogen kijken; ja, ik was verslaafd aan alcohol. En mijn lichaam protesteerde, zwakjes maar consistent. Ik geloofde dat mijn lever me probeerde te vertellen dat het genoeg was geweest, dat hij niet meer zo verder kon. Goldschmidt, zei mijn lever, ik stelde me voor dat hij een klein, zuinig, Trumpachtig mondje had, the party is over. Als je nog even door wilt en dat kan nu eenmaal niet zonder mij, en op een beetje prettige manier, dan moet je rekening met me gaan houden. Zo kunnen jij en ik niet verder. Ik heb lang genoeg al die rotzooi voor je afgebroken, ik moet het wat kalmer aan gaan doen, de jaren beginnen te tellen, dus stoppen met die alcohol. Nu.
Ik ben een gehoorzaam mens, tenminste, tegenover mijn organen. Zonder hen ben je tenslotte niks. En dus ben ik gestopt, op acht februari 2016. Hoe dat in zijn werk is gegaan, wat ik tegen ben gekomen en hoe ik mezelf geholpen heb om het die eerste maanden, want die zijn het lastigst, vol te houden, daarover een volgende keer.
Jeanne
Mooi verhaal Sas
Wij zitten in de try-outfase
Hoop het ook heel lang vol te houden
Saskia Goldschmidt
Zet um op. Het wordt steeds minder moeilijk.
Henk
Lieve Saskia
Laat ik nou op exact dezelfde datum ein-de-lijk gestopt zijn met roken, ook omdat ik toegaf verslaafd te zijn.
Ik wens jou en mij sterkte. Mij gaat het tot op heden goed af. Ik hoop voor jou hetzelfde.
Saskia Goldschmidt
Kijk, een goeie stopdatum, die 8 februari. Erkenning is het halve werk. En dan nog een beetje wilskracht en goeie moed…zet um op!