Antjie Krog weet het zeker. Nee, een rolmodel wil ze niet zijn. In geen geval.
We zijn in het Grand Theater in Groningen, waar straks afscheid wordt genomen van stadsdichter Lilian Zielstra, waar deze haar eerste boek presenteert, waar haar inspiratiebronnen Ingmar Heytze en Carmien Michels geestige presentaties geven en waar de nieuwe stadsdichter bekend zal worden gemaakt.
Maar eerst is er Antjie Krog. We hebben het geluk dat ze een maand in Nederland is (‘voor een maand verlost van mijn huidskleur’) als Writer in Residence in Amsterdam. Krog werd geïnterviewd door Margriet van der Waal, bijzonder hoogleraar Zuid-Afrikaanse letterkunde. Ooit zag ik Krog in Kaapstad, waar ik te gast was op het Open Book Festival. Ze interviewde daar Mandla Langa, oud-ANCstrijder, balling en schrijver van het boek The Texture of Shadows. Het interview in het Grand Theater, bevestigde me in mijn mening van toen dat Krog niet alleen een imponerende dichteres is, (…ik scheur je dagelijks terug uit de dood) en een overdonderend talent voor performen heeft, maar dat ze vooral een oneindig inspirerend mens is. Een moedig mens, die het ongemak over haar kleur, levend in een samenleving waarin de gevolgen van het apartheidsregime in alle poriën wordt uitgezweet, niet verdringt. Ze is wit. Op een plek die mij nooit heeft willen hebben. Ze schreef en dichtte al vaker over haar witte huid: zal ik altijd wit blijven/ongeacht waar ik voor sta/bij wie ik me schaar wat ik doe…wie aan mijn kant staat?… En: …wat zal ik degene verafschuwen/die mij dwingt halsoverkop terug te vluchten naar de blanke/ huid, mij te scharen bij andere blanken omdat ze blank zijn..
Dat schreef ze aan het begin van de nieuwe eeuw. Nu zijn we twintig jaar verder en haar mening over de witte mens heeft zich verder ontwikkeld. Het is tijd, zegt ze in Groningen, dat witte mensen zich gaan realiseren wat White Privilege betekent. Het betekent: altijd een tweede kans hebben. Je erft een moeder die achter je staat, een vader die je ondersteunt. De eerste generatie zwarte mensen in Zuid-Afrika daarentegen, zij die een kans hebben te studeren, balanceren altijd op een randje. Terwijl ze dat zegt plaatst ze twee vingers op de hoekrand van het blok dat voor haar staat. Twee vingermensjes balanceren op de scherpe rand, langs een gapende afgrond. Het is tricky, voor jonge zwarte mensen in Zuid-Afrika, gaat ze verder, ze hebben niets en niemand om op te leunen.
Ze heeft zich afgevraagd op welke manier ze als witte dichteres het best kan bijdragen aan de hedendaagse Afrikaanse samenleving. Tijdens de Apartheid, was het min of meer duidelijk. Je was verplicht je uit te spreken. Maar, gaat ze verder, dat was niet genoeg. Ik moest de strijd tegen apartheid voorleven. En dat was niet zonder gevaar.
Ze schreef, nadat Mandela president was geworden, naar aanleiding van de getuigenissen van de zittingen van de Waarheids- en Verzoeningscommissie, haar indrukwekkende dichtbundel: Kleur komt nooit alleen. (Uitgeverij Podium, 2002) De twee dichtfragmenten uit de eerste alinea zijn uit die bundel afkomstig. En nog altijd houdt het haar bezig, wat haar taak moet zijn, als wit mens, in de Zuid-Afrikaanse samenleving. Haar conclusie raakt me. Ik wil de Nederlandse samenleving niet vergelijken met die van Zuid-Afrika. Maar ook in Nederland heeft het racisme de afgelopen jaren haar lelijkste smoel weer laten zien. En Antjie Krog zegt: As whites, we also have to shut up. Speak less. Write less.
Als witten, gaat ze verder, zouden we meer moeten doen wat het land wil dat wij doen. We leefden jarenlang als een machtige minderheid. Nu moeten leren om als minderheid zonder macht te leven. Wij, witten, besluit ze, moeten leren om in bescheidenheid te leven.
Het is een boodschap waar ik stil van word. Witten zijn in Nederland geen minderheid. Maar het zou geen kwaad kunnen, om ‘ons’ eens wat minder te laten gelden. Wat plaats te maken voor anderen. Om wat dienstbaarder te zijn. Om ons af te vragen: wat heb ik te bieden, in plaats van: wat wil ik zijn.
Antjie Krog, ze verdomd het om een rolmodel te zijn. Maar ik geloof wel dat ze het is. Voor mij in elk geval.
Reageren