De volgende morgen vroeg kwamen we ongewassen aan in het festivalhotel. Een statig gebouw dicht bij het centrum van het prachtige Glasgow. Het personeel was vriendelijk en behulpzaam, we gingen zitten in een ontbijtzaal met smaakvolle zitjes, gedempt licht en we stortten ons op de scrambled eggs, bacon en toast, yogurt en cakes met verschillende smaken en daarna concludeerden we: nu begint het goede leven. ’s Middags, gedoucht en opgetut en klaar om polshoogte te gaan nemen op de festivallokatie waar ik die avond zou optreden, liepen we in de gang tegen een typisch Amerikaanse no-nonsevrouw op: handig grijs haar, een donkere bril, een harde stem, fel gestifte lippen en een rolkoffertje naast zich. Ze worstelde met een sleutelkaartje. We hielpen haar en vertrokken naar de festivallocatie, de statige Mitchell Library. Daar bleek men in rep en roer, want de Agony Aunt van de Cosmopolitan, Irma Kurz, zou geïnterviewd worden in de grote zaal met glazen dak. Honderd vrouwen zaten klaar, de moderator stond op het toneel en de microfoons waren getest. Alleen the grand old lady was in geen velden of wegen te bekennen. Na een blik op het affiche met foto concludeerden we dat de Agony Aunt nog geen kwartier geleden in haar hotelkamer gearriveerd was.
‘Zo doen ze dat dus, echte sterren,’ mompelde ik tegen mijn vriendin, terwijl ik me bedacht hoe ik altijd uren van te voren op de locatie aanwezig ben om alles klaar te zetten, techniek te testen, en me een beetje thuis te gaan voelen, voordat het publiek binnenkomt. Zo kon het dus ook. Toen ten slotte de Agony Aunt hijgend aankwam, zich excuserend omdat ze in de veronderstelling was dat ze pas veel later zou moeten aantreden, werd ze met een groot applaus ontvangen en volgende er een interview met een stroom verhalen over anorexiameisjes en boulimeapatiënten, liefdesellende en reisverhalen, want de Agony Aunt reisde graag en vooral alleen, omdat ze, als ze met een vriendin ging, altijd degene was, die Niet bij het raampje zat. ‘Dan heb ik het beter getroffen,’ fluisterde ik Liesbeth toe.
Een paar uur later was het mijn beurt, in het klein zaaltje, te bereiken via een wirwar van gangen, achter- en bovenin in het immense gebouw. Ik durfde een ‘Irma Kurzje’ niet aan, en was er gewoontegetrouw vroeg, kreeg met de man van de techniek de powerpoint aan de praat, testte de muziek, het filmpje, de microfoon en ontmoette de uitgever, die me vertelde dat ik concurrentie had van de Eerste Minister van Schotland, Nicola Sturgeon. Zij zou in de theaterzaal voor een publiek van vijfhonderd mensen vertellen welke boeken haar beïnvloed hadden. Dat verklaarde de rijen wachtenden, waardoor ik me een weg naar mijn zaaltje had moeten worstelen. Ik was al erg enthousiast geweest over de enorme toeloop op dit festival, daar kon LancasterLit nog wat van leren, maar nu drong tot mij door dat deze avond, waarop de Engelse versie van mijn boek gepresenteerd werd en dat een hoogtepunt van de tour had moeten worden, misschien niet geheel aan de verwachtingen zou voldoen. Vanwege het vooruitzicht op te treden op een professioneel festival met veel persaandacht en veel publiek, had ik er werk van gemaakt. Minstens een week was ik bezig geweest met het vertalen van mijn monoloog in het Engels, en het maken van een powerpoint, het repeteren van de tekst, soms samen met vriend Wijnand, die me behoedde voor de grootste valkuilen van de Engelse taal.
Er waren veertien veertien vrouwen en een man. De vrouwen waren afgekomen op de tekst die op de Engelse cover prijkt: A novel of greed, lust and the battle for women’s bodies en het feit dat in het boek niet de slachtoffers, maar vooral de dader centraal staat, leek men teleurstellend te vinden. Ik was snel klaar aan de signeertafel na afloop, alleen de enige man in het gezelschap kocht een boek.
Die avond viel het me moeilijk om mijn beslissing een paar maanden alcoholloos door het leven te gaan, zwaar. Wat zou het fijn zijn geweest om het gevoel van deceptie te verzachten met die geweldige Schotse whiskey. Maar het vooruitzicht de volgende morgen ook nog teleurgesteld te zullen zijn in mezelf, behoedde me voor een stevige slemppartij. Alcoholvrij bier kennen ze niet in Schotland. En dus werd het een kopje thee.
Wordt vervolgd.
Reageren