Van de week speelde ik in de mooi opgezette boekenwinkel Iwema waar, mede dankzij een goed reclamebeleid van de eigenaresse, een groot publiek was toegestroomd voor Verplicht gelukkig, de voorstelling.
Er was sprake van een aandachtig gehoor. Mannen en vrouwen, jong en oud. Zo wil ik het graag!
In het publiek zat een vrouw die me bekend voorkwam. Ze keek met enthousiaste blik, ze knikte dikwijls, alsof ze veel herkende. Soms lachte ze hardop, wat niet iedere kijker durft te doen. Ze liet voelen dat het aankwam wat ik speelde en vertelde. Een fijn iemand om in het publiek te hebben.
Tijdens het signeren stond ze voor mijn tafel. ‘Kennen we elkaar niet?’ vroeg ik haar. ‘Nee’ zei ze, ‘we kennen elkaar niet, maar ik kom ook uit Mexico, dat zal het zijn.’
Ik keek haar vragend aan. Mexico? Nog nooit in mijn leven geweest. Ze sprak accentloos Nederlands en zag er niet uit alsof ze geworteld was in Zuid-Amerikaanse contreien. Ze lachte. Ken je die uitdrukking niet? ‘Kom je ook uit Mexico, dat zeggen we, als je beschroomd bent om te vragen of je ook joods bent.’
Die houden we erin. Geen voorzichtig polsen meer, als je vermoed dat een ander wellicht ook…. Niks ervan, recht erop af: ‘Kom je ook uit Mexico?’
En dan maar hopen dat de ander met deze uitdrukking bekend is.