Ook ik was een puber die de grenzen opzocht. Dertien jaar was ik, toen ik voor het eerst een halve nacht in een politiecel doorbracht.
Op een avond hing ik rond op het Leidseplein, tussen de provo’s, kunstenaars en dienstweigeraars uit Amerika. Het was op het hoogtepunt van de Vietnamoorlog. Mijn ouders dachten dat ik huiswerk maakte bij een vriendinnetje.
Hans Tuinman, indertijd een bekende provo, stelde me voor om hem te helpen zijn krantjes te verkopen. Dat vond ik heel stoer.
Wat ik niet wist, was dat er in dat krantje een spotprent stond, met de tekst: Johnson moordenaar!
Ik stond nog geen tien minuten of Hans en ik werden bij de arm gegrepen door agenten die uit het nabijgelegen politiebureau op het plein waren gekomen. De tekst in het krantje was belediging van een bevriend staatshoofd, en dat was verboden.
‘Dertien jaar!’ riep de bureauagent uit, die mij verhoorde. ‘Mijn dochter van dertien speelt nog met poppen.’
Toch was dat kennelijk geen reden mijn ouders te bellen. Ik werd in een cel gezet, apart van Hans, en er werd niet meer naar mij omgekeken.
Pas om drie uur ’s nachts ging de celdeur open en stond mijn vader voor me. Hologig, ziek van ongerustheid. Mijn ouders waren ervan overtuigd geweest dat ik gekidnapt was of verongelukt.
De agent van de poppendochter zei tegen mijn vader dat hij hen niet gebeld had omdat ik zou hebben gezegd dat ik zestien jaar oud was. Tegenspreken durfde ik hem niet, maar vanaf dat moment wist ik dat leugenaars in alle geledingen van de samenleving te vinden zijn.
Wat de pers betreft: de belediging van een bevriend staatshoofd was goed voor een piepklein artikeltje in twee kranten. Mijn leeftijd en initialen werden genoemd. Ik was er nogal trots op, want mijn initialen stonden naast het tekstje: de bekende provo Hans T. Op school maakte ik daarmee voor een keer behoorlijk wat indruk.
Mijn tweede arrestatie vond plaats toen ik veertien was.
Ik werd door de politie in het holst van de nacht uit een auto gehaald waarin ik met vier jongens zat, op weg naar een feestje ergens in Amsterdam Noord. Ik had die jongens in Paradiso ontmoet. En ja, dat was wellicht onverantwoord. Dus je zou kunnen zeggen dat het goed werk van de politie was dat ze me uit die auto visten. Ware het niet dat ze me om vier uur ’s nachts wegstuurden uit het politiebureau, ver weg in Noord, met de woorden: ‘als jij zo stoer bent, zorg dan ook maar zelf dat je thuis komt.’ Er waren nog geen mobiele telefoons, geen nachtbussen, ik had geen cent op zak en liep op blote voeten. Ik speelde dat ik een hippie was, maar had er niet op gerekend tien kilometer te moeten lopen. Die tocht, eerst door dat doodstille noord, daarna op de pont met alleen een paar junkies en dronkelappen, en toen het centrum van Amsterdam door, inmiddels met bloedende voeten, belaagd door zatlappen, was een van de angstigste die ik in mijn leven heb gemaakt. Vanaf dat moment wist ik dat leugenaars en onverantwoorde klootzakken in alle geledingen van de samenleving te vinden zijn.
Nog een jaar later deed ik echt iets crimineels, met voorbedachte rade nog wel. Ik ging op slippertjes de Bijenkorf in, verruilde die voor een paar mooie laarsjes, en maakte daarna dat ik weg kwam, met kloppend hart de roltrappen af, de uitgang door, naar huis. De hele weg was ik ervan overtuigd dat er een arrestatieteam zou opduiken. Dat gebeurde niet. Vanaf dat moment wist ik dat niet elk crimineel gedrag gestraft wordt. En ik realiseerde me dat die laarsjes me al die angst niet waard waren. Ik heb daarna nooit meer iets gestolen.
Op het wanstaltig Telegraafartikel volgde al snel bekentenissen van puberaal wangedrag van heel veel mensen. Het is misschien tijd voor een nieuwe hastag: #Metoetjes. Omdat we bijna allemaal ooit vijftien jaar waren en dingen deden die stoer waren. Of stom. Of allebei. Omdat we daarvan geleerd hebben. Behalve wellicht die mensen die nu stijf staan van verontwaardiging over wat het joch heeft uitgespookt. Of over wat De Telegraaf zegt dat hij heeft uitgespookt. Misschien dat het gebrek aan pubertijd je enorm sjaggerijnig maakt. Voor de rest van je leven. Geef mij dan maar een: #Metoetje!