In deze recensie bespreekt Joep van Ruiten van Dagblad van het Noorden drie gasbevingsboeken. Over Schokland:
Bedreven verteller
Om Schokland te kunnen schrijven, ging Saskia Goldschmidt op het Groninger platteland wonen, werkte ze mee op een melkveehouderij en sprak ze bewoners van het door bevingen beschadigde gebied. Die inspanning heeft zich uitbetaald in een lijvige roman waarin met veel inlevingsvermogen inzichtelijk wordt gemaakt hoe de bevingen een agrarisch bedrijf op de kop zetten en het leven verandert van de mensen die dat bedrijf draaiende proberen te houden.
Centrale figuur is Femke, de in duurzaamheid geïnteresseerde dochter van de alleenstaande, behoudend ingestelde moeder Trijn, kleindochter van de inwonende grootvader en weduwnaar Zwier, die bij een bedrijfsongeluk zijn oudste zoon heeft verloren. Honderd melkkoeien telt hun maatschap, waarvan de oorsprong teruggaat naar 1859 toen een van de voorvaderen van de familie door nalatigheid van koning Willem III gedwongen werd in Noord-Groningen een nieuw bestaan op te bouwen.
Goldschmidt, die eerder de in deze krant geprezen middenstandsroman De voddenkoningin schreef, toont zich een bedreven verteller. Met oog voor detail zet ze rustig de familiegeschiedenis en onderlinge verhoudingen uiteen. Als de eerste beving ter sprake komt, zijn de bewoners van Schokland min of meer gewend aan de onrust en hebben ze vooral alledaagse zorgen. Over elkaar, hun verleden, hun werk en de liefde.
Halverwege de roman gaat het goed mis: ‘Vanuit een donkere krater diep onder het steen, het zand, het zout, de klei, uit de platte vulkaan, uit het binnenste van de aarde waaruit jaar in, jaar uit tonnen gas gepompt zijn, stijgt een donderend geluid op als van een op drift geraakte vrachtwagen die uit is op een maximum aan vernietiging, met loeiende motoren opstuivend uit de krochten.’ De helft van de koeien komt om.
Verlangen naar stabiliteit
Schokland gaat over het verlangen naar rust, stabiliteit en continuïteit. Naar omstandigheden waar iedereen naar verlangt, dus ook mensen die niet in een aardbevingsgebied wonen. Goldschmidt beschrijft hoe ellendig het is als naast – of bovenop – het 24-uursbestaan moet worden gevochten voor erkenning, herstel en iets van zicht op een toekomst. Voor grootvader Zwier zit dat er niet meer in. Femke en Trijn moeten het maar afwachten.
Vergeleken met Liefde & Aardbevingen en De aanloopman, waarin geen doden vallen en de materiële schade welbeschouwd is te overzien, is Schokland zowel romantisch als realistisch. Wie wil weten wat de literaire gevolgen van de aardbevingen zijn, doet er goed aan bij De Jong en Mulder aan te kloppen. Wie een ‘aangrijpende roman’ met een documentair karakter wil lezen, is bij Goldschmidt aan het beste adres.
Tijdens festival Het Grote Gebeuren, begin deze maand in Groningen, stelde Louis Stiller, auteur van het non-fictieboek Gasland, dat een dramatisch landschap als het bevingsgebied een goudmijn kan zijn voor schrijvers. Dat zou inderdaad zomaar kunnen. Maar zover is het nog niet.
Lees over de andere twee boeken in de hele recentie van Joep van Ruitenop de website van Dagblad van Het Noorden >>
Reageren