‘De dood knabbelt aan mij,’ pleegde mijn vader de laatste jaren te antwoorden, als je hem vroeg hoe het met hem ging. Alsof de dood zich, als een microspitsmuisje ergens in zijn lichaam verborg en af en toe uit zijn schuilplaats tevoorschijn kwam om zich aan hem te goed te doen.
Sinds november 2020 snap ik wat hij bedoelde. Tot dan toe had ik de coronatijd goed doorstaan. Als schrijver was ik gewend aan isolement en gezegend met het feit dat zoon en schoondochter met het liefste peutertje in de wereld bij ons in huis woonden, dus er was voldoende welkome afleiding.
Maar half november werd ik ziek. Een maag die geen voedsel binnenhield, koorts en een zware hoest. De coronatests bleven negatief en in het bloed geen afweerstof tegen de terreurkwaal te bekennen. Bloedonderzoeken, longfoto’s, doktersstethoscopen en kloppende vingers; de dood knabbelde lustig voort. Op kerstavond Lees verder