93.Woensdag 8 maart 7.57 uur
Egaal grijze onverzettelijke lucht, waar de zwakke westenwind met geen mogelijkheid tegenop kan.
Een buizerd zit op het paaltje van het hek dat toegang geeft tot het rietland. Er dobberen weer lokeenden op de plas, onbeweeglijk lijken ze vanaf hier. Witte vogels zitten op de oever, alsof ze getuige zijn van een zwemwedstrijd die nog niet begonnen is.
De vinkjes slaan hun slag onvermoeibaar de wereld in.Lees verder
Dagboek: blij om wat ik niet ben.
- Maandag 6 maart 7.44 uur
Na het verkiezingsdebat
Een egaal grijze lucht.
De horizon is versluierd, vage contouren van fabrieksschoorstenen en bobbelige bosjes doemen lusteloos op achter een waterdamperige mist.
Een knobbelzwaan vliegt met krachtige vleugelslag en met een langgestrekte hals met kronkelknik laag over het land naar het oosten, doelbewust, alsof hij ergens op uit is.
De vinkjes, koolmeesjes en merels tieren buiten alsof ze daarmee de grauwigheid verjagen kunnen.
Onverschillig druipen de windvaantjes naar beneden, de takken van de acacia bewegen geen greintje, op de grijze vlakke plas in de verte dobberen wat eenden, eveneens bewegingsloos.
In deze grijze ochtend vibreert de mismoedigheid terwijl de vogeltjes er dapper op los kwinkeleren om de lente op gang te jagenLees verder