Saskia Goldschmidt

Schrijver

  • Home
  • Nieuws
  • Agenda
  • Boeken
    • Na de oorlog
      • Na de oorlog: Boek
      • Na de oorlog in de Media
      • Na de oorlog recensies
      • Na de oorlog: Gastspreker
      • Persmap Na de oorlog
    • Kukuruznik
      • Kukuruznik reacties
      • Kukuruznik recensies
      • Kukuruznik in de media
      • Persmap Kukuruznik
    • Schokland
      • Schokland in de Media
      • Schokland recensies
      • Schokland reacties
      • Schokland Persmap
      • Schokland vertalingen
      • Schokland bronnen
    • Veel succes met uw enthousiasme
    • Voddenkoningin
      • Bronnen
      • Recensies
      • Reacties
      • Voddenkoningin in de Media
      • Vertalingen
      • Persmap De Voddenkoningin
    • De hormoonfabriek
      • Recensies
      • Reacties
      • Media
      • Vertalingen
      • Hoorspel
      • Persmap De Hormoonfabriek
    • Verplicht gelukkig
      • Recensies
      • Reacties
      • De voorstelling
      • Media
      • Persmap Verplicht gelukkig
    • Ander werk
  • Blog
  • Saskia Goldschmidt
    • Biografie
    • Media
    • Contact
  • English
    • Biography
    • Shocked Earth
    • The Vintage Queen
    • The Hormone Factory
      • Notes from the author
      • Factsheet
      • Praise
      • Translations
    • Obliged to be happy
  • Facebook
  • LinkedIn
  • Twitter

Telefonisch leuren

22 juli 2010

‘Goedemorgen mevrouw Goldschmidt,’ klinkt de gekunsteld-blije mannenstem door de telefoon. Ze zijn uit duizenden te herkennen, de verkoopstemmen. Ik meende van hen gevrijwaard te zijn, sinds ik me heb aangemeld bij het ‘Bel mij niet’ register en inderdaad, sindsdien is het een stuk stiller. Maar deze gladde verkoper meldt dat hij van de Postcodeloterij is. Nu ben ik al jaren door deze organisatie gegijzeld. Twaalf jaar geleden ben ik lid geworden, er op een onbewaakt moment in getuind en dus nu gedoemd te doneren tot aan mijn dood, om niet mee te hoeven maken dat de hele straat het grote geld binnenhaalt, uitgerekend in de maand nadat ik eindelijk heldhaftig voor een verder lidmaatschap bedankte.

Nooit eerder ben ik door de PCL thuis gebeld. Even gaat het door mij heen dat het nu eindelijk zo ver is, ik heb gewonnen! Door deze hebberige gedachteflits verzuim ik kenbaar te maken dat ik niet gediend ben van telefonische verkooppraatjes. Daar is deze meneer op getraind. ‘Mevrouw Goldschmidt,’ tettert de man met een vreugdevolle stem, alsof Hij net mijn miljoen gewonnen heeft, ‘Mag ik u feliciteren?’ ‘ Ik wentel mij nu even in een dagdroom van champagne, een hele grote cheque en allemaal blije mensen om mij heen. Maar wanneer de auditieve leurder mijn naderende verjaardag noemt, verschrompelt het Dagobert Duckfantasietje. Toch ben ik week gemaakt door het moment waarop ik meende gewonnen te hebben. En dus laat ik mij masseren door het geleuter over een fantastisch aanbod.

Ik moet bekennen dat ik me bijna laat verleiden om twee maanden, TWEE MAANDEN Mevrouw Goldschmidt!, gratis mee te spelen met vier extra loten. Ik krijg er nog een bonus bij, maak kans op een Audi, en als Linda haar koffer opent …het opgewonden gehijg van de man moet verhullend dat er een heleboel addertjes onder het gras zitten van het genereuze aanbod.
Ik kom op tijd bij zinnen. Terwijl meneer onze afspraken afratelt, die voor trainingsdoeleinden worden opgenomen, herinner ik me de belofte die ik mezelf deed nooit meer te zwichten voor auditieve leuteraars. En dus zeg ik dat ik het allemaal niet wil, die loten en bonussen en de hele rimram. Voor het eerst verliest de man zijn opgewekte toon. Nu gaat hij dreigen. ‘Mevrouw, u ziet er vanaf? Dat is uw goed recht. Maar wanneer uw buren een miljoen binnenhalen, en u niet, dan kunt u niet zeggen, dat wij u geen aanbod gedaan hebben. Aan ons heeft het niet gelegen.’ Dat beaam ik. Een groot gevoel van opluchting maakt zich van mij meester. Want nu die leuteraar mijn grote angst heeft uitgesproken, lijkt het opeens minder erg als ik moet toekijken hoe mijn buren winnen.
Ik geef graag aan goede doelen. Maar liever niet meer uit angst dat ik anders iets misloop. Het wordt tijd om echt te geven. En dat betekent dat je er niets voor terug hoeft. Teleurgesteld hangt de man op. Weer geen bonus voor hem!

Elf Juli

19 juli 2010

Elf juli is een memorabele dag. Voor de weduwen van Screbrenica is het de zwarte dag waarop hun mannen en zonen onder het toeziend oog van Nederlandse Dutchbat-soldaten werden afgevoerd. Het uitdrukkelijk verzoek van de nabestaanden om de WK-finale niet te laten samenvallen met de herdenking van dit drama werd door de FIFA genegeerd. En dus is het ook de dag van de verloren finale. Verloren? Dat lijkt niet echt doorgedrongen tot de hoofden van de meeste Nederlanders, die uit hun dak gingen als nooit tevoren. Het Nederlandse volk lijkt steeds minder in staat teleurstelling en verlies te incasseren.

Daags na het volksfeest fiets ik langs een kantoorpand aan de Apollolaan. Daar schreeuwt een spandoek in kapitalen: ‘Het gebouw waar John Lennon op uitkeek, is eindelijk weer te huur.’
Een blije boodschap, refererend aan de tijd waarin het Vondelpark veranderde in een hippiecamping, waar rondom de speakerscorner gediscussieerd werd over seks, het witte-fietsen-plan en Afghanistan, het land dat toen bekend stond als leverancier van de beste hasj. Midden in de jaren dat Amsterdam het centrum van de vrije wereld was verschenen als toefje op de taart in de zomer van 1969 John en Yoko in de stad. Vanaf elf juli hielden zij zeven dagen en nachten in kamer 902 hun ‘bed-for-peace’ actie, bij wijze van huwelijksreis. De hele internationale pers verzamelde zich aan het voeteneind van hun dubbletwinmultisizegigabed waar meneer en mevrouw Lennon hun boodschap van liefde, vrede en lang haar predikten. Ik stond als minihippie buiten temidden van een schare fans en was nog nooit zo dicht bij een idool geweest.

De tekst aan het spandoek op de Apollolaan zou ook anders kunnen zijn, bedenk ik terwijl ik doorfiets. ‘Het kantoorpand waar Herman Brood op uitkeek, voordat hij van het Hilton-dak zijn dood tegemoet sprong, is weer te huur’ is tenslotte even waar. Het zal wel minder verkopen. Blije boodschappen doen het beter in deze tijd.
Die elfde juli 2001, op de dag af tien jaar voor de gênante vertoning in Kaapstad, vloog Herman Brood zijn leven uit, met een duizelingwekkende sprong. En tien jaar en twee dagen later viert Nederland feest alsof we wereldkampioen zijn geworden. Misschien dat we daarmee gehoor hebben gegeven aan Hermans laatste wens. Want in zijn broekzak zat immers het briefje waarop stond: ‘Maak er nog een groot feest van.’ Dat hebben we gedaan, volkomen misplaatst maar o zo vrolijk, tien jaar na de duikvlucht van één van de laatste vertegenwoordigers van het wilde jaren-zestig leven, op elf juli, terwijl in Screbrenica de doden opnieuw begraven werden.

Duivenverdrijvers

14 juli 2010

Buiten de ijzerhandel staat een bord waarop ‘duivenverdrijvers’ worden aangeboden. Geïnspireerd door het ondergepoepte balkon van een zojuist verhuisde vriend haast ik mij naar binnen. De man van de ijzerhandel toont mij een stripje met daarop lange, ijzeren punten, die op de rand van het balkon geplakt moeten worden waardoor een omgeving gecreëerd wordt die herinnert aan de luchtplaats van een gevangenis. Maar gelukkig heeft de winkel ook een loep in de aanbieding, voor twee euro. Die wil ik wel kopen.
‘Daarmee had ik het contract moeten lezen toen mijn schoonvader me voorstelde in de winkel te komen werken.’ zegt de ijzerhandelaar, terwijl hij het bedrag op de kassa aanslaat.
‘ Hoezo?’ vraag ik de man, die op mij in al die jaren dat ik al bij hem binnenloop, altijd een blije indruk heeft gemaakt. ‘Zou je het dan niet gedaan hebben? Heb je het niet naar je zin?
‘Ach,’ zegt de verkoper, ‘er was geen sprake van zin hebben of niet. Mijn vrouw werd ernstig ziek, en ik kon die man toch niet in z’n eentje in de winkel laten staan. Maar ik dacht dat het voor een jaartje zou zijn en nu sta ik hier al twintig jaar.’
‘Wilde je dat het anders gegaan was?’ vraag ik hem. Hij denkt even na, kijkt verrast op en zegt: ‘Nee, ik zou het allemaal precies zo gedaan hebben. Ik heb nergens spijt van. Niet van mijn vrouw, niet van mijn schoonvader en niet van de winkel. Ik ben heel tevreden.’
‘Gelukkig,’ zeg ik en leg het twee-euromuntstuk neer.
Als ik de deur uitstap zegt de verkoper:’ nog een fijne dag en bedankt voor het leuke gesprek.’
Een oplossing voor de duivenpoep is er nog niet, maar toch stap ik vrolijk de warme zomerlucht in.

Spontane ontmoetingen

5 juli 2010

Spontane ontmoetingen worden zeldzaam, net als het band-en garenwinkeltje en de oude schoenlapper in zijn souterrain. Een geslaagd persoon heeft het druk en kan met moeite op een termijn van twee weken een gaatje in de agenda vinden om een afspraak te maken elkaar in levende lijve te treffen. Hoe minder tijd iemand heeft, des te hoger hij op de sociale ladder lijkt te staan.
Een van de weinigen die tegenwoordig nog onaangekondigd voor de deur staan zijn de dames in hun donkerkleurige regenjassen die je vriendelijk doch dringend vragen of je een moment hebt om over Christus te praten. Hoewel ik een voorstander ben van spontane ontmoetingen, vind ik het daar nooit het goeie moment voor. Hij heeft zijn kans wel gehad, na tweeduizend jaar.
Daarnaast is het eigenlijk uitsluitend de freelancer, die nog wel eens onaangekondigd op de bel van een collega zzp’er wil drukken met de vraag of je niet aan koffie toe bent. En in tegenstelling tot hen, die ‘in dienst van’ elkaar treffen bij de instant koffieautomaat waaruit meer gezoete melkpoeder dan koffie komt, zetten wij ons achter een versgemalen cappuccino en nemen het er even goed van.
Ik hecht aan de spontane ontmoeting. Ze leveren dikwijls de leukste gesprekken op, misschien juist omdat je overvallen wordt terwijl je het niet verwacht. Het kan zijn dat je gestoord wordt op het moment dat je de clou van je verhaal schrijft, of juist in grote cirkels om je computer heen draait, zoekend naar het begin voor die nieuwe opdracht. Tegenwoordig kan ik ook heel druk zijn met me zorgen maken over de lege plekken in mijn agenda. Wij freelancers vangen immers de klappen op van de creditcrisis. En van de aswolkcrisis. En van de landencrisis. En vast ook van iedere andere crisis die ons nog gaat overvallen.
En zo zijn het de christenen, de freelancers en de Vutter’s, zij die oud genoeg zijn om nog net gebruik te kunnen maken van ruimhartige en vroegtijdige pensioenregelingen, die de meest actieve beoefenaars zijn van ‘de spontane ontmoetingen.’ Ik had graag tot de Vutters behoord, opdat ik me nooit meer zorgen zou hoeven maken over inkomen, maar bij gebrek aan een daarbij behorende gunstige geboortedatum, prijs ik mij gelukkig dat ik als zzp’er in de gelegenheid ben de ‘spontane ontmoeting’ te kunnen beoefenen. Ik betaal daarvoor graag met de dreiging in de toekomst op een houtje te moeten bijten. Bij een lekkere cappuccino. Alles heeft tenslotte een prijs.

  • Vorige
  • 1
  • …
  • 12
  • 13
  • 14

Translated

Die Vintage Queen La Fabrique des Hormones, Gallimard Die Hormoonfabriek, Protea Boekhuis The Hormone Factory, The Other Press Die Glücksfabrik, DTV Shocked Earth Vintage Queen, Traduction Français

LEZINGEN

Saskia is aangesloten bij De Schrijverscentale (voor lezingen in boekwinkels en bibliotheken). Belangstelling?
Kijk even bij Contact >>

Zoeken

Tags

4 mei Aardbevingen Aardbevingsroman Amsterdam boekenbal Dagboek uit Bergen-Belsen Dagboek van een landschap De Hormoonfabriek De hormoonfabriek De Voddenkoningin Die Glücksfabrik filmrechten Film Talents gasbevingen gastschrijverschap gaswinning groningen herdenken Hogeland Holocaust Jacques Audiard jaren zestig Jodenvervolging Kukuruznik La Fabrique d'hormones Laura Dols liefdadigheid Na de oorlog natuur Oldenburg Open Book Festival recensie Renata Laqueur Schokland South-Africa stoppen met drinken The Hormone Factory tweedehands kleding Tweede Wereldoorlog uitgeverij Cossee Verplicht Gelukkig verslaving vogels zestigerjaren Zuid-Afrika

Copyright © 2025 · Colofon