De Prix des Phares du Nord 2023 gaat naar Emmanuelle Tardif voor Vintage Queen, haar vertaling van de biografische roman De Voddenkoningin van Saskia Goldschmidt.
Met de Prix des Phares du Nord, waaraan een bedrag van 5.000 euro is verbonden, bekroont het Nederlands Letterenfonds eens in de drie jaar de beste Franse vertaling van een Nederlandstalig literair werk. De prijs wordt op 23 mei 2023 uitgereikt in de residentie van de Franse ambassadeur in Den Haag.
Saskia Goldschmidt te gast bij nooit meer slapen
Op 16 april was Saskia Goldschmidt te gast bij Nooit meer slapen en had een gesprek over Dagboek uit BergenBelsen met Lotje IIzermans. Het is hier terug te horen>
Boekaankondiging Het Parool
Tweede wereldoorlog. Boeken in aanloop naar 4 en 5 mei
Het Parool, 1 mei 2021 door Hanneloes Pen
Dagboek uit Bergen-Belsen van Renata Laqueur (1919-2011) is een ‘oudje’. Het verscheen al in 1965, in een kleine oplage bij uitgeverij Querido, maar raakte al gauw in de vergetelheid. Saskia Goldschmidt nam het initiatief voor een heruitgave, nadat ze het verloren gewaande originele dagboek – vier schriftjes – van Laqueur in een archiefkast van haar vader Paul Goldschmidt had gevonden.
Lees verder wat Hanneloes Pen over Dagboek uit Bergen-Belsen schrijft in Het Parool (PDF bestand opent in nieuw venster)
Interview Trouw
Saskia Goldschmidt geeft kampdagboek van de ex-vrouw van haar vader opnieuw uit: ‘Haar hardheid heeft hem gered’
Door Robin Goudsmit, 2 mei 2021
De vader van schrijver Saskia Goldschmidt (66) overleefde concentratiekamp Bergen-Belsen door de moed van zijn eerste vrouw Renata. Nu geeft Goldschmidt haar kampdagboek opnieuw uit. “Zonder haar had hij het niet gered.”
Heel soms durft schrijver Saskia Goldschmidt het als kind aan om haar vader te vragen naar zijn gevangenschap in concentratiekamp Bergen-Belsen. Maar op iedere vraag antwoordt vader Paul hetzelfde. “Kijk maar in het dagboek van Renata, daar staat alles in.”Lees verder
Wat je op 4 mei moet herdenken
Column door Michel Krielaars, NRC Opinie, 29 april 2021
Hoe dit Joodse echtpaar de kampen overleefde
Menig historicus van de Holocaust citeert uit Dagboek uit Bergen-Belsen van Renata Laqueur (1919-2011). Als jonge vrouw belandde ze in maart 1944 met haar man Paul Goldschmidt in dat kamp voor ‘bevoorrechte’ Joden, die konden worden uitgewisseld tegen Duitse krijgsgevangenen. Niet dat ze er zo’n goede behandeling kregen, want ze werden geslagen, moesten dwangarbeid verrichten en hadden amper te eten. Ook was er vlektyfus, waaraan tienduizenden bezweken. Het enige voorrecht was dat ze hun eigen kleren mochten dragen, ze niet werden kaalgeschoren en niet werden vergast.Lees verder
Saskia Goldschmidt te gast bij Boekeloere
Saskia Goldschmidt was op 24 februari 2021 te gast in Boekeloere, in de bibliotheek van Veendam over haar boek Schokland. Ze werd geïnterviewd door Arno van der Heijden. Het gesprek is te zien en te horen door op de afbeelding te klikken. Een verhaal over de troost die de natuur geeft, over moeders en dochters, over de richting die de landbouw op moet en over het effect van de Groningse aardbevingen op mensen, dieren, gebouwen & bodem.
Aan Mark van den Oever: hier past alleen nog stilte.
Achtenzeventig jaar geleden werd mijn oom Rudi, drieëndertig jaar oud, in België uit een trein gehaald. Hij deed, voorzien van een vals persoonsbewijs, een poging aan de Jodenvervolging van het naziregime te ontkomen. Maar hij was niet goed in liegen en dus werd hij gedeporteerd, in een goederenwagon. Na twee dagen rijden werd hij, honderd kilometer voor Auschwitz, samen met andere jonge mannen, in een ‘Autobahnkamp’ afgeleverd. Daar, in de ijskoude winter, moest hij zonder adequate kleding, schoeisel, voedsel of gereedschap, in een moordend tempo een autobaan realiseren, om de opmars van de Ubermensch mogelijk te maken. Mijn oom Rudi, in de bloei van zijn leven, bezweek na twee maanden mishandeling en uithongering.
In dat zelfde jaar werd het bedrijf van mijn grootvader, handelaar in koffie en thee, door de bezetter geconfiskeerd. Ook werd hij zijn huis uitgezet en moest hij zijn geld inleveren. Een jaar later werd hij, tweeënzeventig jaar oud, gevangen gezet en gedeporteerd. Ook hij hield het, in concentratiekamp BergenBelsen, slechts twee maanden vol. Ongeveer tegelijkertijd werden zijn twee zusjes, bejaarde dametjes, uit de wagons geslagen in Sobibor. Een paar uur later waren ze vergast.
Mijn vader en zijn vrouw overleefden twee jaar gevangenschap, waarvan anderhalf jaar BergenBelsen. Door honger, mishandeling en vlektyfus duurde het na de bevrijding maanden, voordat ze weer enigszins gezond waren. Het trauma over wat hun overkomen was, zijn ze nooit te boven gekomen.
Mijn vaders neef, Wolfgang, drieëntwintig jaar oud, kreeg in Westerbork van het verzet de mogelijkheid aangeboden te ontsnappen. Hij weigerde dat, omdat hij wist dat als represaille twintig mensen uit zijn barak op transport zouden worden gesteld. Een paar maanden later werd hij naar Auschwitz gedeporteerd en werkte daar totdat hij, toen de Russen naderden, met een grote groep andere verzwakte mannen in een veewagen werd gestopt, zonder eten of drinken. Er ging een grendel op de deur en die bleef twee weken dicht. Toen de deur weer geopend werd, leefden nog slechts twee van de zestig gevangenen in de wagon. Wolfgang hoorde daar niet bij. De overlevenden waren er zo slecht aan toe, dat ze pas in 1947 weer genoeg aan gesterkt waren, om te kunnen getuigen over deze tocht.
Dit zijn zo maar een paar kleine voorbeelden van wat er zo’n vijfenzeventig jaar geleden gebeurde met een groep mensen, die tot een minderheid behoorde. De voorbeelden die ik hier uit mijn eigen familie schets, zijn nog lang niet de ‘ergste’ voorbeelden. Mijn familie behoorde tot een kapitaalkrachtige en dus bevoorrechte groep Joden.
Vind u nu echt, meneer Mark van den Oever, dat u een adequate vergelijking heeft gemaakt? En is de achterban van Mark van den Oever er nog altijd van overtuigd dat de woordvoerder een goed punt heeft gemaakt?
Ik zie ze voor me, de vermoorde familieleden. En ik schaam me, dat in hun geliefde Nederland het nu weer mogelijk is, hun dood te bagatalliseren. Alsof de noodzaak een niet langer houdbaar economisch en agrarisch systeem te hervormen, in enigerlei opzicht te vergelijken is met de moord op zes miljoen mensen, die tot zondebok waren gemaakt door een fanatieke dictator en zijn volgelingen. Als u zich niet schaamt, doe ik dat. Hier past alleen nog stilte.
Schokland dingt niet mee naar de Prijs voor het Beste Groningse Boek
Dit wordt geen zuur stukje.
Er is immers genoeg te vieren.
Ik heb een geweldig leven.
Ik mag schrijven wat ik wil.
Ik heb een geweldige geliefde, fantastische kinderen, een huis en een huisje en ik ben gezond.
Dus dit wordt geen zuur stukje.
Alleen….
Het is ongelooflijk K… , dat mijn boek Schokland, in de PR De Eerste Grote Groningse Aardbevingsroman genoemd, en door veel recensenten positief besproken, door de uitgever niet werd ingestuurd om mee te dingen naar de Prijs voor Het Beste Groningse Boek. Een akelige fout. Lees verder
SCHOKLAND-recensie in Het Parool
…het najaar van 2018 kent op zijn minst één opvallende opleving: die van de Groningse roman. Of nog specifieker: de Groningse gasbelroman. Eind oktober was er Schokland, van Saskia Goldschmidt. Lees verder
Telefonische hulplijn voor literatuur
Als de Elstars, de granaatappel en de rode bieten zijn afgewogen en betaald, vraag ik mijn Turkse groenteboer of hij kan lezen wat er op de cover van de Turkse vertaling van De Hormoonfabriek staat.Lees verder