Saskia Goldschmidt was op 24 februari 2021 te gast in Boekeloere, in de bibliotheek van Veendam over haar boek Schokland. Ze werd geïnterviewd door Arno van der Heijden. Het gesprek is te zien en te horen door op de afbeelding te klikken. Een verhaal over de troost die de natuur geeft, over moeders en dochters, over de richting die de landbouw op moet en over het effect van de Groningse aardbevingen op mensen, dieren, gebouwen & bodem.
Shocked Earth
“Shocked Earth exquisitely captures the way our lives and identities are interwoven with the land we live on, and how its destruction will ultimately be our own. A powerful portrait of a family, an exploration of love and grief, it is perhaps most of all an essential call to action – I was both heartbroken and inspired.”
Review by: Helen Sedgwick
Description
Femke, her mother Trijn and her grandfather have very different ideas about how to run their family farm. Tensions between mother and daughter are growing; Femke wants to switch to sustainable growing principles, whilst her mother considers this an attack on tradition. To make matters worse, their home province of Groningen is experiencing a series of earthquakes caused by a fracking operation near their farm. While the cracks and splinters in their farmhouse increase, the authorities and the state-owned gas company refuse to offer the local farming community any help.
In Shocked Earth, Saskia Goldschmidt investigates what it means to have your identity intensely entwined with your place of birth and your principles at odds with your closest kin. And how to keep standing when the world as you know it is slowly falling apart.
Details
Author: Saskia Goldschmidt
Translator: Antoinette Fawcett
Publisher: Saraband
Publish Date: 4 March 2021
Order
[link opens in new window]
ABOUT THE TRANSLATION
Translator Antoinette Fawcett about her experience of translating SHOCKED EARTH
REVIEWS SHOCKED EARTH
Heruitgave van Dagboek uit Bergen-Belsen
‘Kijk maar in het dagboek van Renata,’ antwoordde de vader van Saskia Goldschmidt als ze de moed had iets te vragen over zijn verblijf in concentratiekamp Bergen-Belsen. Samen met Renata was hij daaruit, meer dood dan levend, teruggekeerd. Eenmaal terug in Amsterdam trachtten ze alsnog een normaal leven op te bouwen. ‘Maar het huwelijk,’ verklaarde Renata hun scheiding later, ‘is niet gemaakt voor de hel.’ Ze vertrok voorgoed naar New York.Lees verder
Mijn moeder was niet achteloos
Vandaag is het dertig jaar geleden dat mijn moeder, Heleen Viehoff, stierf. Ze was pas vierenzestig jaar en had nog zoveel voor ons willen betekenen. Ze was van groot belang voor haar kinderen en kleinkinderen. En voor veel mensen die in ziekenhuizen lagen, en behoefte hadden aan een gesprek zonder dat er een god zou worden bijgehaald. Mijn moeder was alles behalve achteloos. ze hechtte waarde aan mensen, muziek, literatuur, en streefde naar een wereld waarin medemenselijkheid en aandacht belangrijker zouden worden dan commerciële belangen en macht.
Vanmorgen, in de vroege ochtend van haar dertigste sterfdag, stapte ik mijn Groningse huisje uit en trapte net niet op een pluizebolletje, waar een snaveltje aan bleek te zitten dat zich opensperde. Lees verder
Ik zit op een rode stip
Zaterdag 20 juni was het Wereldvluchtelingendag.
Ik zit op een rode stip op het museumplein in Amsterdam solidair te wezen.
Er is voldoende ruimte tussen mij en de mededemonstranten, de stippen liggen minimaal anderhalve meter uit elkaar.
Een paar meisjes met gele hesjes, met achterop het logo van Amnesty international, delen mondkapjes uit en er wordt ons steeds via de microfoon toegeroepen, dat we anderhalve meter afstand moeten houden, anders grijpt de politie in.
Ik zit op een rode stip omdat ik me schaam. Over het vluchtelingenbeleid van Europa en de onverschilligheid van de Nederlandse regering, die nog te beroerd is om een schamele vijfhonderd alleenstaande kinderen uit de hel van de vluchtelingenkampen toe te laten in ons ‘prachtige’ land.
Ik zit op een rode stip en voel me hoogst ongemakkelijk. Omdat we met maar ongeveer 250 mensen hier zijn, waardoor deze demonstratie zo’n loos gebaar is. We hebben massa nodig om indruk te maken. Iets krachtelozer dan maar wat te zitten, omringt door spandoeken, valt niet te bedenken.
Ik zit op mijn rode stip en luister naar drie woedende zwarte jongens.Lees verder
Gitzwarte Nectar
Voor het literaire festival MEET in St. Nazaire Frankrijk, schreef ik in opdracht een essay over: het Begin. Alle deelnemende schrijvers reflecteerden op de manier waarop ze ooit begonnen zijn met schrijven en deze essays verschenen in een drietalige uitgave (Frans, Arabisch en Nederlands). Hier is mijn verhaal: Als zevenenvijftigjarige debutant behoor ik tot de laatbloeiers. Voordat ik tot serieus schrijven kwam moest er een censor om zeep geholpen worden, hoewel ik niet geboren ben in een dictatuur. Ik groeide op in een groot huis vol boeken in het naoorlogse welvarende Amsterdam. En toch was er een censor, onzichtbaar, maar alom aanwezig.
Lees verder: Gitzwarte nectar geschreven door Saskia Goldschmidt (najaar 2019)
[pdf opent in nieuw venster]
Dodenherdenking
Dodenherdenking. Bij ons thuis stonden we altijd stil, voor het raam, mijn vader met zijn droeve ogen die in de verte staarden, mijn moeder met haar lippen op elkaar, en wij, mijn broers, zusje en ik, geen raad wetend met de zwaarte. Het besef dat we ons de hel van Bergen Belsen waaruit mijn vader was teruggekeerd voor de geest zouden moeten halen, of ons een beeld moesten vormen van ‘zij die niet terug gekeerd waren’, mijn grootvader, mijn oom, mijn achterneef en mijn oud-tantes, mensen over wie we ons geen voorstelling konden maken want spreken over hen deden we niet, ging altijd gepaard met een gevoel van groot onvermogen. Ons herdenken bestond uit zes porties eenzaamheid. Twee minuten losgezongen in de tijd. Daarna zo snel mogelijk weer door met het leven, dat al ingewikkeld genoeg was.Lees verder
De kinderen praten niet meer.
De kinderen praten niet meer.
Is de kop boven een artikel van Artsen zonder Grenzen, waarin de omstandigheden in kamp Moria beschreven worden.
De kinderen praten niet meer. ‘Om blijvende psychologische schade te voorkomen, moeten deze kinderen onmiddellijk uit het Moria-kamp, van Lesbos af, worden weggehaald.’
De kinderen praten niet meer. Zullen we dit zinnetje nu eens voor de verandering wel tot ons door laten dringen?
Kinderen zijn altijd op zoek naar manieren om te communiceren, om in contact te komen met de wereld om hen heen. Kinderen zijn van nature onderzoekers, die willen kennis maken, willen weten, willen leren. Dat zit hen in het bloed. Maar de kinderen van kamp Moria zijn gestopt met praten. Het gaat niet om kinderen met een spraakstoornis. Het gaat om ooit gezonde kinderen, die zijn opgehouden met spreken.
Misschien willen de kinderen geen woorden meer geven aan de nachtmerries, de angsten, de trauma’s die elke dag alleen maar groeien. Misschien is voor hen elk woord een directe verwijzing naar gruwelijkheden uit het verleden en het heden. Misschien zijn de woorden verzopen in hun verdriet. Of in hun woede. Misschien is de verwarring in hen zo groot, dat er geen woorden voor bestaan.
Misschien zwijgen de kinderen, omdat ze daarmee hetzelfde doen als wij, de inwoners van Europa. De kinderen die gevlucht zijn voor oorlog en geweld, die na angstige overtocht over de Middellandse zee, gedumpt zijn in een van de overvolle kampen, hebben moeten ervaren dat wij, burgers van het rijke continent, zwijgen over de erbarmelijke omstandigheden waarin zij nu al jaren moeten verkeren. We zwijgen terwijl ze verpieteren, lijdend in hun lekkende tenten tussen de smerigheid, en gevaar lopen op blijvende psychische schade.
Rebecca Solnit schreef een indrukwekkend essay:Lees verder
Wel aangekondigd in DWDD, niet verschenen
Ik weet niet of er meer mensen zijn geweest, in die vijftien jaar van DWDD, die wel aan het begin van het programma zijn aangekondigd, maar niet zijn verschenen. Ik ben zo iemand. Het was 5 december 2014. Ik zat in een huis van vrienden, ergens tussen Middelburg en Vlissingen, te schrijven. Het was 16. 30 uur. De telefoon ging. Een redacteur van DWDD. Op 14 november 2014 was de Amerikaanse versie van mijn eerste roman verschenen: The Hormone Factory. Op 16 november was een van de scènes uit het boek, dat het leven van een seksverslaafde fabrieksdirecteur vanuit zijn perspectief beschrijft, genomineerd voor de Britse Bad Sex Award. Een twijfelachtige eer. Maar het feit dat ook Richard Flanagan, Michael Cunningham en Ben Okri genomineerd waren, verzachtte de pijn. Ik had er dus ook maar een humoristische tweet aan gewijd, (deze heren wonnen eerst The Man Booker Price, voordat ze een Bad Sex nominatie verwierven) en daaraan had ik de rijkelijk late uitnodiging te danken. Ik werd geacht om 19.00 uur, bij aanvang van het programma, in de studio te zijn en had honderdzeventig kilometer te overbruggen.Lees verder
Arnold Peeper, twee maanden oud.
Arnold Peeper, twee maanden oud. Hij werd op 12 mei 1943 geboren en op 23 juli 1943 in Sobibor vermoord. Arnold Peeper is de jongste op de lijst van 150 namen die op mijn lijst staan. Een van de 102.000 namen, die in zes dagen en vijf nachten door achthonderd vrijwilligers worden gelezen in het kamp Westerbork. De namen van alle vrouwen, mannen en kinderen, Joden, Roma en Sinti, die in de jaren 1940-1945 vanuit Nederland werden weggevoerd en vermoord. Dit vocaal monument gaat door tot maandagmiddag 27 januari, de datum waarop vijfenzeventig jaar geleden Auschwitz bevrijd werd. Zes dagen en vijf nachten, nonstop voorlezen. Zoveel tijd is er nodig om de grootste massamoord ooit, terug te brengen tot 102.000 moorden, waar 102.000 namen bijhoren en 102.000 leeftijden. De lifestream maakt de reusachtige en niet te bevatten omvang een heel klein beetje tastbaar. 102.000 moorden op vaders, moeders, kinderen, baby’s. Gesloopte levens van 102.000 diamantslijpers, muzikanten, schoonmaaksters, visboeren, doktoren, grappenmaaksters, zeiksnorren, aanhankelijken, verliefden, hoopvollen, dromers, realisten, filosofen, rekenwonders, linkerhanden, grote monden, kleine hartjes, schoonheden, lelijkers, grijsharigen, krullenkoppen, haakneuzen, wipneuzen, flaporen, blozende wangen, tintelende vingers, zuigelingen, dreumesen, kreupelen, hardlopers, hoogspringers, dieven, weldoeners, koffiehandelaren, theedrinkers, toneelspelers, aanstellers, mecenassen, gierigaards, goudsmeden, timmerlieden, boekhouders, wiskundigen, gokkers, lafbekken en helden. 102.000 levens.
De Shoa was bij ons thuis nooit ver weg. Lees verder